Apollo
In
het hoofdstuk over de bemande ruimtevaart staat beschreven hoe allerlei "
uit de hand geschoten" foto's gemaakt werden. Dat gebeurde vanuit de
capsule, daarbuiten en op de Maan.
Terwijl twee astronauten met hun
maanlander LM afdaalden naar het maanoppervlak en daar soms dagen bleven, cirkelde
de Apollo capsule - met daarachter de "Service Module" met alleen nog
de piloot rond de Maan. Om die omlopen om de Maan goed te kunnen gebruiken nam
men op de latere Apollovluchten twee bijzondere camera's mee om dat deel
van de Maan in kaart te brengen, dat nog niet door de Lunar Orbiters was
gefotografeerd. Daarvoor werd er in de zijkant van de Service Module een plek
gereserveerd met een panoramacamera en een Lunar Mapping Camera, speciaal voor
het in kaart brengen van de Maan.
Kaartmakers kunnen met behulp van foto's kaarten maken, net zoals van de Aarde.
Omdat de foto's overlappen, krijgen ze stereofoto's waarop je de hoogte van
bergen, kraters en heuvels kunt meten.
Panorama camera
Bij een gewone cameralens is de scherpte
in het midden van het beeld groter dan aan de randen. Dit komt door vertekening
door de lenzen. Ook bij heel dure lenzen is dit het geval.
Bij de panorama camera, gebouwd door de Amerikaanse firma "Itek" werd een speciale
camera (de Optical Bar Panoramic Camera) gebouwd waarbij de lens van links naar
rechts kon zwenken. Daarbij werd het beeld door een sleuf op de film
geprojecteerd en bovendien werd steeds het midden van het door de lens
geprojecteerde beeld gebruikt, zodat de opnamen heel scherp waren. De film liep
over een ronde trommel. Zo werden er negatieven
verkregen van 11,4 bij 122,5 cm. Eigenlijk dus groothoekopnamen, maar zonder de
vertekening aan de
randen
van het beeld. De Amerikaanse luchtmacht had dit type camera al gebruikt en het
was erg betrouwbaar. Op die manier werd de Maan gefotografeerd in stroken van 22
bij 339 km. Er werd een telelens van 610 mm. gebruikt, met een beeldhoek van 11
graden. Zie hiervoor de tekening rechts. Het vierkante beeldveld (met een
breedte van 167 km op de Maan) is dat van de Lunar Mapping Camera.
Links is te zien hoe groot die panorama camera was.
Omdat bij elke opname de film met 122,5 cm doorgespoeld werd, en de film zonder moeite op de trommel mee getransporteerd moest kunnen worden, werd door een systeem van rollen alvast extra film in voorraad gehouden. De tekening linksonder laat dat zien. Als de camera klaar was werd de rol film bij de cassette met belichte film doorgesneden (filmcutter), zodat de astronauten de film later uit de Service Module konden halen.
![]() |
![]() |
een opname van de Panoramic Camera
Lunar Mapping Camera
Op
de laatste drie vluchten werd deze camera meegenomen om opnamen met een hoge
resolutie te maken van het Maanoppervlak. Naast de hoofdcamera was er ook een
sterrencamera ingebouwd, om tegelijk met de foto van het oppervlak van de Maan
een foto van de sterrenhemel te maken. Die combinatie maakte het mogelijk om
later precies te kunnen vaststellen waar de foto was gemaakt.
Ook was er een laser hoogtemeter ingebouwd om de hoogte boven het Maanoppervlak
precies te kunnen meten.
Het beeldformaat was 11,9 bij 11,9 cm en de lens had een brandpuntsafstand van
76 mm, wat resulteerde in een beeldhoek van 74 graden. Een beetje groothoek dus.
De sluiter kon opnamen maken van 1/15 tot 1/240 sec. De opnamen besloegen steeds
een stuk van 167 bij 167 km op het Maanoppervlak.
Omdat de Service Module vrij snel over het maanoppervlak bewoog, moest er door
de camera meebewogen worden om te zorgen dat de opnamen scherp bleven. Denk
bijvoorbeeld aan het fotograferen van een snel rijdende auto. In dat geval moet
je camera meebewegen. Dit ging bij de Lunar Mapping Camera niet automatisch. De astronaut moest de "meebeweegsnelheid" kiezen.
Bovendien hoefde niet de hele camera meebewogen te worden, maar alleen het stuk
film dat tussen de glazenplaat en de steunplaat geklemd was.
Er was genoeg film in de camera om 3800
opnamen te maken: 500 meter!
Net als bij de Hasselblad werd de film door een glazen plaat aangedrukt, om hem
goed vlak te houden. De tijd tussen de opnamen kon ingesteld worden van 8 tot 33
sec. En uiteraard overlapten de foto's elkaar, zodat stereobeelden mogelijk
waren.
Deze camera's bevonden zich tijdens het fotograferen altijd in de schaduwzijde
van de Service Module, zodat elektrische verwarming noodzakelijk was.
Hans Walrecht
De complete Beelden uit de Ruimte" website is te vinden op http://www.hansonline.eu/